Tot een leeftijd van 50 jaar kunnen leibomen het beste jaarlijks worden gesnoeid. Daarna groeien de takken minder snel en kan om het jaar gesnoeid worden. Meestal worden alle zijtakjes van de hoofdtak en gesteltakken verwijderd.
Snoeiwonden moeten klein en glad zijn om inrotten te voorkomen. Daarom verdient snoeien met een snoeischaar de voorkeur boven afzagen. Het opbouwen van leibomen is geen eenvoudige zaak. Bomen hebben de neiging in de kop te groeien en daarom moet met de onderste etage worden begonnen. De takken moeten vanaf het begin regelmatig en symmetrisch langs een stevig raamwerk worden geleid. De scheuten worden niet te strak aangebonden. De uiteinden van de scheuten moeten iets omhoog wijzen. De eindscheuten worden pas gesnoeid als de takken de gewenste lengte hebben bereikt. De eindscheuten van de hogere etages en de boomtop worden elk jaar flink teruggesnoeid zolang de onderste etage de volle lengte nog niet heeft bereikt. Is de onderste etage op lengte, dan kan de volgende worden opgebouwd. Ongewenste scheuten nabij de stam en in de top moeten nog voor het einde van de zomer worden gesnoeid, zodat de groeikracht verschuift naar de gewenste takken. De kortste scheutjes kunnen nog een jaar blijven zitten.
HOE ZAAG JE EEN TAK AF?
Let erop dat je een tak niet te dicht (A-C), maar ook niet te ver (D) van de stam afzaagt.
Zorg ervoor dat je de takkraag (verdikking tussen stam en tak) in tact laat (A-B), zodat de boom van hier uit de wond zelf met wondweefsel kan overgroeien. Laat daarom geen”kapstokken”staan.
Om onnodige wonden door het afscheuren van repen bast van de boomstam te vermijden is het het beste een dikke tak in twee gedeelten af te zagen. Begin op 30 cm van de stam; maak aan de onderzijde van de tak een flinke zaagsnede. Zaag vervolgens aan de bovenkant van de gemaakte zaagsnede de tak door. Zaag de nu ontstane “kapstok” bij de stam af. Doe dit op dezelfde wijze door eerst aan de onderzijde een zaagsnede te maken en vervolgens van bovenaf de takstomp af te zagen. Let weer goed op de takkraag!
VAN ONDEREN!
Veiligheid moet voorop staan ook bij vrijwilligerswerk. Een van de risico’s bij het wilgen knotten is dat iemand net onder een vallende tak staat. Het is dus een goede gewoonte om voordat een tak valt te kijken of niemand te dicht bij staat en om luid te roepen: “Van onderen”.
Hoor je dit roepen, zorg dan dat je opzij gaat!.
Een cabarettekst van Kees Torn:
“Toen ik,om mij een beetje af te zonderen
een tochtje door de bossen ondernam
En plotseling een boom omlaag zag donderen
Verstijfde ik van angst;ik schrok me lam
En stond mijzelf erover te verwonderen
Dat ik niet getroffen was door die stam
En dat een stem geroepen had “Van onderen”
Terwijl dat ding toch echt van boven kwam. ”
ARBO-TIPS
De W.G.N.L. heeft een risicoanalyse gemaakt waarbij voor de diverse werkzaamheden bepaald werd hoe vaak men blootgesteld is aan enig gevaar, hoe waarschijnlijk het is dat een ongeval plaats vindt en zo dat het geval is wat de effecten kunnen zijn. Conclusie is dat op 3 na alle werkzaamheden een aanvaardbaar risico hebben (als men in een grasveld loopt kan men ook struikelen en een been breken).
De 3 die een mogelijk risico inhouden en dus extra aandacht behoeven zijn het werken met een kettingzaag, het werken met een bosmaaier (wat we zelden doen) en het snoeien van zeer hoge bomen.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Bij het knotten van wilgen dragen de vrijwilligers werkhandschoenen. Veiligheidshelmen zijn in beperkte mate beschikbaar.
Bij het werken langs de openbare weg dienen oranje veiligheidshesjes gedragen te worden. (beschikbaar)
Het werken met een kettingzaag of bosmaaier is alleen toegestaan aan ervaren vrijwilligers die daarbij de vereiste veiligheidsmiddelen gebruiken.
Opgemerkt wordt dat in het ruim 25-jarig bestaan van de knotgroep nimmer ernstige ongevallen hebben plaats gevonden. Gezond verstand blijft echter altijd nodig!
WATERMERK
Niet het merk in een bankbiljet maar een bacterieziekte in wilgen. Deze ziekte kan in twee of drie jaar hele bomen laten afsterven. Dit afsterven begint in de kroon. Jongere zijtakken worden niet aangetast. Daarom moet de wilg in elk geval binnen 5 jaar worden afgezet (tot op de knot geknot). Bij het aanplanten van wilgen moet je nooit aangetaste planters gebruiken. Die leveren namelijk alleen zieke bomen op die bovendien gevaar van besmetting van andere wilgen veroorzaken.
Je kunt watermerkziekte constateren door een tak af te zagen. Het snijvlak dient bij een gezonde boom geheel zuiver wit en droog te blijven. Een tak met waterige of bruine vlekken is waarschijnlijk aangetast.